Onze website gebruikt cookies om je surfervaring te verbeteren. Om deze website optimaal te gebruiken vragen we je om akkoord te gaan met ons gebruik van cookies.

Ik ga akkoord met de cookies liever niet.
terug naar het overzicht

De familierechtbank

Ingevolge onder meer de Wet van 30 juli 2013 betreffende de invoering van een familie- en jeugdrechtbank, BS 27 september 2013, en de Wet van 8 mei 2014 houdende wijziging en coördinatie van diverse wetten inzake Justitie (reparatiewetten), BS 14 mei 2014, heeft voortaan elke rechtbank van eerste aanleg een Familierechtbank.

De familie- en jeugdrechtbank bestaat uit drie soorten kamers: de familiekamer, de jeugdkamer en de kamer voor minnelijke schikking.

BEVOEGDHEID FAMILIERECHTBANK

De familierechtbank neemt kennis van onder meer volgende vorderingen tussen echtgenoten en wettelijk samenwonenden:

·     over de uitoefening van hun rechten of over hun goederen. Ook de voorlopige maatregelen die daarop betrekking hebben (bijvoorbeeld toewijzing bepaalde gemeenschappelijke goederen, maatregelen over gemeenschappelijke handelszaak of onderneming),

·      over het ouderlijk gezag, de verblijfsregeling of het recht op persoonlijk contact ten aanzien van minderjarige kinderen,

·      vorderingen tot het bekomen van onderhoudsbijdrage voor de kinderen en/of voor de echtgenoten of samenwonenden,

·     vorderingen tot vereffening en verdeling (gehuwden en wettelijk samenwonenden) ;

·       internering geesteszieken,

·       over de staat van personen (bv. afstamming, adoptie, echtscheiding),

·       tot nietigverklaring van de wettelijke samenwoning;

·       over de vaststelling van de voortdurende onmogelijkheid om het ouderlijk gezag uit te oefenen,

· ....

  

HOORRECHT MINDERJARIGEN

Het hoorrecht van minderjarigen is uitgebreid. Elke minderjarige >12 jaar wordt, na het inleiden van een procedure voor de Familierechtbank m.b.t. materies die minderjarigen aanbelangen aangaande uitoefening ouderlijk gezag, verblijfsregeling en recht op persoonlijk contact, automatisch uitgenodigd om gehoord én geïnformeerd te worden door de familierechtbank. De minderjarige is niet verplicht om hierop in te gaan.

Belangrijke nieuwigheid is dat ook alle andere minderjarigen <12 jaar het recht hebben om gehoord te worden door de Familierechtbank.

 

SPOEDEISENDHEID

Worden van rechtswege geacht spoedeisend te zijn (artikel 1253ter/4§2 Ger.W.):

-          Afzonderlijke verblijfplaatsen,

-          Het ouderlijk gezag,

-          De verblijfsregeling en het recht op persoonlijk contact met een minderjarig kind,

-          De onderhoudsverplichtingen,

-          Het grensoverschrijdend hoederecht en bezoekrecht,

-          De machtigingen om een huwelijk aan de te gaan als bedoeld in artikel 167 B.W. en de weigeringen van wettelijke samenwoning als bedoeld in art. 1476 quater, vijfde lid B.W.,

-          De voorlopige maatregelen die bevolen worden op grond van artikel 1253ter/5,

 

PERSOONLIJKE VERSCHIJNING

In bepaalde gevallen zijn de partijen verplicht om persoonlijk te verschijnen op de inleidingszitting, én op zittingen waarop vragen worden gesteld betreffende de kinderen, alsook op de pleitzittingen in verband met de kinderen. Dat is het geval bij vorderingen over afzonderlijke verblijfplaatsen, het ouderlijk gezag, de verblijfsregeling en het recht op persoonlijk contact met een minderjarig kind en de onderhoudsverplichtingen.

Bovendien moeten partijen in alle zaken die gaan over minderjarige kinderen persoonlijk verschijnen op de inleidingszitting, op de zitting waarop de vragen over de kinderen worden besproken én op de pleitzittingen.

Slechts in uitzonderlijke omstandigheden kan de rechter van die verplichte persoonlijke verschijning afwijken.

 

MINNELIJKE SCHIKKING

Zodra een vordering wordt ingesteld bij de familierechtbank, informeert de griffier de partijen over de mogelijkheid tot bemiddeling, verzoening of een andere minnelijke oplossing van conflicten. De familierechtbank is daarnaast verplicht om op de inleidingszitting de partijen te wijzen op de mogelijkheid om hun geschil te beslechten via verzoening, bemiddeling of een andere vorm van minnelijke oplossing van conflicten.

Mits akkoord van alle partijen kan de Rechtbank de zaak verdagen naar vaste datum die de termijn van 3 maanden niet mag overschrijden, teneinde partijen de mogelijkheid te bieden na te gaan of er akkoorden kunnen worden gesloten dan wel of de bemiddeling een oplossing zou kunnen bieden aan partijen.

Volgende opmerking werd niet opgenomen in de wet (gemiste kans): het is, naar de mening van vele juristen en psychologen, aangewezen om kinderen te betrekken bij de bemiddeling. Zeker in het geval van bijvoorbeeld ouderverstoting is dit van het grootste belang om het contact/communicatie tussen de ouder en het kind te herstellen.

 

BLIJVENDE SAISINE

De zaken die worden geacht spoedeisend te zijn, blijven ingeschreven op de rol van de familierechtbank, ook in geval van een uitspraak in hoger beroep.

In geval van nieuwe elementen, kan dezelfde zaak opnieuw voor de rechtbank worden gebracht binnen termijn van 15 dagen, bij conclusie of bij een schriftelijk verzoek.